Bram had rokershoestje op z’n 20ste. ‘Ik dacht: stoppen doe ik later wel’

Gepubliceerd op 15 oktober 2025 om 12:34

Bram Kuiper (24) uit Neede rookte zo een pakje van twintig sigaretten per dag weg. Inmiddels is hij een jaar van de sigaretten af, sinds Stoptober vorig jaar. „Nu ben ik die nare vent die zegt: ‘Als ik het kan, dan kan jij het ook’.”

De reden waarom hij aan roken begon? „Ik wilde stoer meedoen”, vertelt Bram. Als 15-jarige puber staat hij met zijn vrienden op het schoolplein. Allemaal roken ze. Bram tikt een van zijn vrienden aan: ‘Laat mij ook eens’ en neemt een hijs. Dit wordt gevolgd door een intense hoestbui. „Je gaat niet roken omdat je het lekker vindt.” Na twee maanden haalt Bram zijn eerste pakje.

„Maar ik heb het sinds dag één al zonde gevonden dat ik rookte”, zegt hij. Al snel wordt dat ene sigaretje een pakje van twintig per dag. „Dat tikte wel aan.” Elke ochtend begint hij met een peuk, waardoor hij op jonge leeftijd al een ‘rokershoestje’ ontwikkelt. „Het was knetterongezond eigenlijk.”

Maar stoppen kost moeite. „Ik was jong en had daar gewoon geen zin in. Ik kon altijd ‘later’ nog stoppen.” Hij schuift het voor zich uit. „Ik merkte dat ik niet zonder kon. Roken werd zo’n gewoonte, omdat ik dat gevoel van ontspanning niet wilde missen. Ik verlangde constant naar het volgende rookmoment.”

Cafés, restaurants en stations zetten steeds meer in op een rookvrije omgeving. Waardoor er steeds minder rookplekken zijn. Een goede ontwikkeling. „Maar ik werd als roker buitenspel gezet.” Tijdens uitjes moest hij wanhopig op zoek naar een plek om toch te kunnen roken. „Met het zweet op m’n rug liep ik dan te zoeken.” Dat kost veel tijd en moeite. „Dan pas kon ik ontspannen.”

Aanvankelijk probeerde hij op eigen kracht met roken te stoppen. „Maar een terugval zit in een klein hoekje. In de kroeg bijvoorbeeld: na drie biertjes dacht ik alweer: ach, eentje kan wel.”

Geen eenvoudige strijd. „Ik moest een manier vinden om niet te willen stoppen.” Ze geloofden dat één peukje geen kwaad kon. „Zo blijf je altijd in die vicieuze cirkel hangen, met alle frustraties van dien. „Maar gelukkig ben ik nu sterker.”

Wat heeft uiteindelijk geholpen?

„Een gewone stoppen-met-rokencursus.” Met de nodige tegenzin zit Bram in zijn vrije weekend bij een cursus van Frank Slimelink. „Ik kwam hem tegen in Neede en hij haalde me vrij snel over om de cursus te proberen. Maar heel eerlijk: ik had er een hard hoofd in.”

Tijdens de cursus kijkt Bram het meest uit naar de rookpauze. Bevestiging speelt voor hem een grote rol. „Want ik weet dat anderen ook worstelen.” Hij beseft dat hij verslaafd is, maar sigaretten zijn hightech en zo ontworpen dat ze je verslaafd houden.”

Er valt een last van zijn schouders: niemand behalve zichzelf is hij iets verschuldigd. „Ik schaamde me er niet langer voor dat het me niet op eigen kracht lukte.”

“Ik schaamde me er niet langer voor dat het me niet op eigen kracht lukte.”

Hoe is het nu?

„Nu ben ik die nare vent die zegt: ‘Als ik het kan, dan kan jij het ook’.” Bram krijgt zelf ook de rillingen van die zin. „Maar ik meen het wel.” Sinds de vorige ‘Stoptober’ in 2024 heeft hij geen peuk meer aangeraakt en voelt hij zich fitter. Hij is zelfs van zijn rokershoest verlost. „Ik heb geleerd dat het nooit te laat of te vroeg is om te stoppen met roken.”

Zelf heeft hij veel aan zijn omgeving gehad. Zoals vrienden die hem hielpen door kleine aanpassingen in hun gedrag. „Zoiets kleins als even de andere kant opbellen als ze gaan roken.” Ze vergeven hem dat hij soms gespannen was in die eerste stopweken. „Dan vraag je: ‘En, hoe is het nou zonder sigaret?’ en dan zei ik: ‘Ach, stom, sorry jij was gestopt’.” Daar kan Bram nu om lachen: „Ze doen hun best.”

Artikel is overgenomen van dagblad Tubantia dd. 13-10-2025

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.